Derde cd |
Tweede keer dat ik Joe Satriani zag, was op vrijdag 27 juni 1994 in de Brabanthallen in Den Bosch toen hij aantrad met de beste hardrockbegeleidingsband ter wereld: Deep Purple. Zonder Ritchie Blackmore! Blackmore en Ian Gillan hadden voor de zoveelste keer stevig ruzie gemaakt, Blackmore was andermaal vertrokken en Joe viel in. Spectaculair startend met ‘Highway Star’ en afsluitend met ‘Speed King’ knalde Deep Purple er in 1994 onvoorwaardelijk tegenaan. Daarbij moest de fanatieke invalmeestergitarist er via non-verbale signalen van zanger Gillan meermalen fijntjes op gewezen worden dat hij bij Deep Purple te gast was en niet andersom.
Derde keer was het Weertse festival ‘Bospop’ in 1996. Satriani, inmiddels kaal, had zesmaal een Grammy Award in ontvangst genomen. De zilveren gitaar, geïnspireerd door de cover van ‘Flying In A Blue Dream’, was zijn handelsmerk geworden. Sterallures kon ik in Weert (nog) niet ontdekken, maar ik heb het optreden als ‘zwaar kloten’ ervaren. Mijnheer stond volgens mijn bescheiden opinie doodgemoedereerd een gros toonladders uit zijn gitaarnek te persen om de tijd te vullen en de bevlogenheid die mij bij zijn eerdere concerten vrijwel meteen omarmde, was zoek.
Joe alone... |
Sinds 2004 heb ik Joe weer in mijn hart gesloten; zijn cd uit dat jaar ‘Is There Love In Space?’ bracht me weer terug naar wellicht al nostalgische mijmeringen ten tijde van ‘Flying In A Blue Dream’ uit 1989. We zijn inmiddels bijna een kwarteeuw verder, beste kijkmuiskinderen. Een leeftijdgenoot vroeg me onlangs of ik geen zin had om mee te gaan naar de ‘Night of the Proms’ in de Ahoy’ met Mick Hucknall van Simply Red, James Blunt, Angie Stone, Miss Montreal, sopranenkwartet DIV4S en de even onafscheidelijke als onvermijdelijke John ‘Music is My First Love’ Miles…
Mwaah, toch nog maar niet...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten