De Muziekmannen maken dit weblog - sinds 2011 - vanuit hun gemeenschappelijke passie voor muziek. Voor de een is dat blues, voor een andere Muziekman soul of juist hardrock. Muziekmannen komen en gaan, maar de verscheidenheid aan geluiden op dit blog blijft groot. We maken het overigens voor ons eigen plezier; meningen en informatie zijn persoonlijk en dus gekleurd. Reageren? Graag!
zaterdag 29 maart 2014
Recensie: Rauwe rand van André van den Boogaart
In een aantal persberichten lees ik dat Rauwe rand, het langverwachte vervolg op Met modder in mijn bloed door de Brabantse troubadour en bluesman André den Boogaart op 5 april in een middernachtconcert in Paradox in Tilburg wordt gepresenteerd. Langverwacht, vind ik nogal meevallen. Nagenoeg binnen een jaar een opvolger vind ik een aardige productiesnelheid, zeker in deze moeilijke tijden voor muziekmakers in den lande en ‘all over the world’.
Dit zegt natuurlijk genoeg over de verbetenheid, inspiratie en gretigheid van André Hij barst van het talent en als je goed naar zijn teksten luistert, hoor je dat deze Tilburger genoeg op zijn lever heeft wat hij uit wil schreeuwen en aan de man wil brengen. In de twaalf nieuwe nummers voel je zijn passie en gedrevenheid en zijn behoefte om zijn muziek en teksten uit te dragen. Dat zijn presentatie tijdens een nachtconcert wordt gedaan, is niet vreemd voor André Hij begint immers pas tot leven te komen wanneer de degelijke Tilburgse burger zijn of haar mandje op gaat zoeken voor de nachtrust.
André is behalve een nachtbraker en liefhebber van Belgische bieren ook een echte Brabantse familieman die dat in zijn nummers veelvuldig vermeld en met trots een aantal van zijn dierbare familieleden de revue laat passeren. ‘Onze Louis, onze pa en ons moeder’ hoor je vaak terug. Rauw, maar ook vaak gevoelig en soms sinister gebracht in een afwisselende melange van blues-rock, Tilburgse fado, country en ballades. In een aantal nummers wordt gezang met gesproken vertellende tekst afgewisseld. André windt er geen doekjes om en laat zijn hart spreken. Dat blijkt bijvoorbeeld in het nummer ‘De Kleine Zwarte Dood’:
Jouw hartentroef dat ben ik zelf en mijn geloof in jou
Je tweede optie is venijn in de vorm van de vrouw
Je had me bijna tuk stuk verdriet, jij lamme tak
Jij smerig laf stuk vreten zelfvoldane kamelenzak
De messen en de dolken van mijn vrienden trek ik waardig uit mijn rug
Mijn bloed vloeit in de modder geel en zwart van de pus
Aan de andere kant soft en melodramatisch in ‘Schone schijn’;
Ik zie ons nog lopen door die paden
We kusten elkaar onder die oude eik
Met schaamte blusten we ons vurige lijven
De juiste plek, de verkeerde tijd
Nostalgische gevoelens en belevenissen haalt André op in ‘Brief aan mijn Broer’ in een gypsy-sfeertje, met contrabas en viool. Dit roept heimwee op naar het leven in de oude Brabantse volksbuurtjes.
Stompin' blues horen we in ‘Mooie dag’, het lijkt wel of je in Louisiana bent, met een lekker Hammond B3-orgel en snerpende viool, maar zingen over ‘kalknagels’ en ‘kortjakje’ zet je met beide benen op de Nederlandstalige grond.
Is André de Brabantse Tom Waits?? Dat zou je haast zeggen als je luistert naar ‘Knarsend Grind’, het laatste nummer van het album..…zet de cd niet af want hier zit een addertje onder het gras; er komt nog een verborgen track na een paar minuten en na het openspringen van een fles bier stilte begint André als ware hij een Brabantse Tom Waits ‘De Kleine Zwarte Dood’ als een duivels gedicht voor te dragen over ‘elkaars minpunten leren kennen’, ‘oorsmeer’, ‘klonterige psoriasis onder haar oksels’ en duisterheid en proef je de sinistere sfeer zoals we dat ook kunnen zien op de posters en foto’s die deze cd vergezellen.
Het veelstijlige debuut ‘Met Modder in mijn Bloed’ vindt nu dus een vervolg in dit tweede album, dat muzikaal nog uitdagender de diepte en breedte opzoekt. Maar met stevige en rauwe klanken. Het gitaargeweld versterkt de eerlijke, pure teksten in ons eigen dialect. Tussen de stevige nummers glippen ook de nodige gevoeligere klanken, wat een emotioneel rijk album oplevert. Even zo makkelijk springt ergens rapper Tilberucht tevoorschijn, worden de toiletten en stamgasten van het bekende Tilburgse café Weemoed herkenbaar bezongen. Kortom, zoals André het zelf zingt: “Welkom in mijn hart.”
André geeft zich weer helemaal bloot in dit album, we horen hem in de kroeg zitten en voelen het verschil in zijn humeur. Dan triest, dan weer opgewekt, vrij en vrolijk, altijd op zoek naar het ware. Ook dit album is een emotionele zoektocht en een aanrader voor mensen die met zichzelf overhoop liggen en tegelijk een must voor de muziekliefhebbers die wensen te weten waar Van den Boogaart al de inspiratie voor zijn liedjes weet te halen. ‘Gooit ‘m er mar in!!’ zeggen we dan op zijn Brabants.
MM-John
maandag 24 maart 2014
Retro-soul: Ted Graham's Kings of Funk
Ouderwets of retro? Of is dat hetzelfde? Hoe dan ook: de band Ted Graham's Kings of Funk tapt op het album House Party (2013) uit een bekend vaatje: soul, funk en een beetje blues. Voor oude en nieuwe fans van het genre herken- en genietbaar. De vier leden van de in New Orleans gevormde groep zijn allen veertig tot vijftig jaar actief in de muziekwereld en dat is te horen aan het gemak waarmee ze de nummers vertolken.
Niet alleen het genre is vertrouwd, de nummers ook: 634-5789, Bring It On Home To Me, My Girl, Tell It Like It Is, Ain't Too Proud To Beg, Walking The Dog, Twisting The Night Away en Dock Of The Bay. Een mix van Stax- en Motown-klassiekers dus. Goed gezongen, goed gespeeld, maar nergens beter dan de originelen. Ook al is er niks vernieuwends aan, toch is het album zeer de moeite waard.
MM-Johan
Niet alleen het genre is vertrouwd, de nummers ook: 634-5789, Bring It On Home To Me, My Girl, Tell It Like It Is, Ain't Too Proud To Beg, Walking The Dog, Twisting The Night Away en Dock Of The Bay. Een mix van Stax- en Motown-klassiekers dus. Goed gezongen, goed gespeeld, maar nergens beter dan de originelen. Ook al is er niks vernieuwends aan, toch is het album zeer de moeite waard.
MM-Johan
zaterdag 22 maart 2014
Recensie: Vincent Bucher – Hometown
Vincent
Bucher, wie is dat ook al weer?
Waar heb ik die naam eerder gehoord? Dat waren mijn eerste reacties toen
ik over de nieuwe cd van deze mondharmonicaspeler hoorde. Verrek!! Ik veer helemaal op. Da’s die gast die zo karakteristiek mondharp speelt bij de
Heritage Blues Orchestra, in 2012 voor het eerst in Nederland op de planken op
het North Sea Jazz Festival en in 2013 genomineerd voor een Grammy. Hij heeft
nu een soloproductie onder de naam ‘Hometown’ als debuutalbum uitgebracht via
het Nederlandse Continental Records. En wat voor een!! Wat een verademing! Een
soort combinatie tussen Tab Benoit, vanwege de koele en sfeervolle zang, Tony
Joe White, vanwege het gladde karakteristieke mondharmonicageluid, Jean Toots
Thielemans, vanwege het timbre en vakmanschap en Charlie Musselwhite, vanwege
de bluestouch die we in zijn songs terug horen.
Vincent is
in 1962 geboren in Parijs, maar raakte op zijn 17e al sterk
geïnspireerd door de blues en speelde in zijn tienerjaren in de Parijse straten
en metrostations. De grote ‘Sugar Blue’ ontdekte zijn talenten en nam hem onder
zijn hoede en zorgde ervoor dat Vincent zijn eerste live-ervaringen
opdeed. Zo kwam hij terecht in de clubs en concertzalen en sloot
zich aan bij diverse lokale bands, maar speelde ook met blueslegendes zoals
Louisiana Red, Eddie C. Campbell en Sonny Rhodes. Deze grootheden namen hem ook
mee op toernee door de States, voor het grootste gedeelte in het circuit van
Chicago. En waar kun je beter vertoeven om de blues te gaan voelen en beleven?
Hij was daar de veelgevraagde harpist bij niemand minder dan Carlos Johnson,
Little Smokey Smothers en speelde mee op het album van Lurrie Bell ‘Let’s talk
about Love’.
Ondertussen zocht Vincent ook de roots van de blues op en raakte
geïnteresseerd in Afrikaanse muziek. Hij ging ook daar het avontuur op zoeken
en speelde met de Malinese legende Boubacar Traore, Donny Elwood uit Kameroen
en zelfs met Tao Ravao op Madagaskar. En nu is hij de laatste drie jaar dus in
contact gekomen met Junior Mack, Bill & Chaney Sims van de steeds
populairder wordende Heritage Blues Orchestra waarvan in juni een tweede album verschijnt.
Op dit
album Hometown komen we diverse genres tegen in een grote variëteit aan
stijlen. Cajun, blues, jazz en folk. Je kunt er lekker bij wegdromen, maar je
wordt ook weer goed wakker geschud door de onverwachte, stevige uithalen met de
mondharmonica. Af en toe roept deze muziek de sfeer op van oude Tom Sawyer en
Huckleberry Finn-films. Je waant je in Tennessee, Mississippi en Louisiana en
dat is heel knap van een Fransman.
Vincent bespeelt vele soorten mondharmonica met het
grootste gemak. Hij kan scheuren op de bluesharp, maar ook softe
melodielijntjes uit je speakers doen vloeien, jiven en gevarieerde
jazzpatroontjes spelen. Gewoon een hele grote aanrader dit album!
Samen met
Heritage Blues Orchestra is Vincent in juli weer te bewonderen in Nederland
waar zij op het podium staan van Bospop op zaterdag 12 juni en in november
komen ze weer richting Europa waaronder waarschijnlijk ook naar mijn hometown Tilburg.
Abonneren op:
Posts (Atom)