donderdag 8 maart 2012

Iron Butterfly echt niet kapot te krijgen

Dacht ik op zondag 16 maart 1997 een heel oude koe uit de sloot getrokken te hebben, blijkt muziekcollega Wouter de Waal van de site ‘3voor12’, het alternatieve popmuziekplatform van de VPRO, het 15 jaar later toch nog veel beter te kunnen. Lijdend voorwerp: de Amerikaanse hardrockmammoet Iron Butterfly. 
Doorbraakalbum ‘In-A-Gadda-Da-Vida’ uit 1968
Voorafgaand aan hun Tilburgse optreden in 1997 in Theater Noorderligt mijmerde ik nog als volgt: ‘Het is een merkwaardige gewaarwording dat hardrockgroepen die jou in je tienerjaren fascineerden, je als dertiger en veertiger blijven achtervolgen. En dan nota bene in je eigen geboortestreek. Zo fietste Uriah Heep al een keer of vier met wisselend succes door de Veldhovenring. Ten Years After stond op een zonnige zondagmiddag te pierewaaien in Baarle-Nassau. Drie verschillende zangers van Deep Purple vereerden Tilburg reeds met een bezoek. Steppenwolf bracht in 1996 precies 25 jaar na hun eerste legendarische live-dubbelaar opnieuw een nieuwe dubbele live-cd uit. En ga zo maar door…’
Maar op maandag 5 maart 2012 gold dat dus nog steeds in onverminderde mate. Muziekcollega Wouter de Waal kopt boven het optreden in het Tilburgse rockcafé Little Devil: ‘Iron Butterfly transformeert Little Devil even in teletijdmachine; legendarische psychedelische rockact schittert veertig jaar later nog’.
Ik was hier niet bij, maar heb er toch even overlopen piekeren.
Iron Fly-ticket 1997...

De Waal schrijft: ‘Zoals je na een slordige veertig jaar kunt verwachten, kent het huidige Iron Butterfly wel een andere samenstelling dan in de gloriedagen, maar twee oudgedienden uit het revolutiejaar zijn er opvallend genoeg nog steeds bij: zanger/bassist Lee Dorman en drummer Ron Bushy, de man van de beruchte lange drumsolo op doorbraakalbum ‘In-A-Gadda-Da-Vida’ uit 1968. De eerste, inmiddels bijna zeventig, moet tegenwoordig op en van het podium geholpen worden, maar dat doet aan zijn levendigheid als muzikant en verteller niet af. De tweede lijkt überhaupt nauwelijks iets van zijn energie verloren te hebben en treft de vellen nog steeds ongenadig hard waar het nodig is.’

Grappig dat ik 15 jaar eerder constateerde: ’Driekwart van de oorspronkelijke bezetting bleef in drie decennia overeind, ook al zo typisch. Het ouwe drietal werd in Tilburg aangevuld met gitarist Eric Barnett, een doorgewinterde hardrocker die met zijn gierende spel bij een aantal, wat zoutloos aandoende nummertjes flink wat peper door de strot blees. Natuurlijk was het wachten geblazen op de onverbiddelijke bestseller ‘In-A-Gadda-Da-Vida’ en dat gebeurde - zoals verwacht - pal voor het eind. Ook hier was het aan een reddingspoging van Barnett te danken dat de klassieker van 17 minuten niet wegzonk in sleetse middelmatigheid. De ooit beroemd geworden drumsolo van houthakker Ron Bushy - wie vertelt mij waarom? - verviel in een tot op de naad uitgekauwde riedel waarbij een beginnend tamboertje met drie lessen muziekschool schril zou afsteken.’
De Waal eindigt waardig: ‘De show mag om reden van anciënniteit én muzikale kwaliteit gerust als legendarisch de Little Devil-annalen in: ‘Iron Butterfly was here and kicked ass’ - dat kan niet elk rockcafeetje zeggen.’

Moraal: old rockers never die!
>Lauran

Iron Butterfly 2012...

zaterdag 3 maart 2012

Swingende funkband War kort maar krachtig

In de uitverkoop van 1970 kocht ik voor een daalder eens het singletje ‘Spill The Wine/Magic Mountain (From The MGM Picture The Magic Garden)’ van ene Eric Burdon Declares 'War'. Nimmer had ik zo'n broeierig en mysterieus swingend plaatje op de draaitafel liggen. Het deed me denken aan de het jaar ervoor uitgekomen jungleroman ‘Gangreen I Black Venus’ van Vlaming Jef Geeraerts, die als blanke koloniaal de meest waanzinnige capriolen uithaalde of er in ieder geval getuige van was in hartje Kongo-rimboe. Met ondoorgrondelijke voodoo, hallucinerende nachtelijke bijeenkomsten, tribaldans en drugs, ranzige hoeren, sex en laveloze agressie.

1970: 'Spill The Wine'...
27 jaar later staat War, weliswaar zonder Burdon, in Tilburg. Dit uitheemse sfeertje was zaterdag 8 februari 1997 vanzelfsprekend ver zoek in de goeddeels lege Noorderligt-zaal, waar slechts hooguit tweehonderd bezoekers waren om de korte maar perfecte set van War mee te maken. En het waren maar krap vijf kwartiertjes waarin de zevenkoppige band uitpakte. Vijf kwartiertjes, die op het eind toch maar drie kwartier leken, zo snel was het concert voorbij.
Maar in die korte tijd liet de Amerikaanse Westcoast-funkformatie zien en horen dat het alles in huis heeft om een zaal onvoorwaardelijk te laten swingen. 





1997: War in Tilburg...
Zanger/gitarist Howard Scott en zanger/drummer Harold Brown zijn de enige twee oudgedienden; de rest zijn nieuwkomers. Maar dat was beslist niet te horen aan het brede repertoire, dat van suikerzoete soulballads à la The Temptations kon oplopen tot puddingvette discofunk in het straatje van The Isley Brothers. Daarin speelde zanger/bassist en mimiekclown B.B. Dickerson een prominente rol, met name in het dampende R&B/funkavontuur ‘Me And Baby Brother’ waarin Dickerson aan zijn bas stond te plukken alsof het een net omgebrachte slachtkip was. 

 Ook de swingende wereldhit 'The Cisco Kid' en het groovy ‘Low Rider’ stonden als een huis.Het duurde even voordat het handjevol publiek zich aan de podiumrand had geschaard. Daar werd het al meteen om de oren geslagen met een superlange versie van ‘Slippin' Into Darkness’, in 1992 nog meesterlijk gecovered door Black Uhuru op ‘Mystical Truth’, dat Scott onnavolgbaar met  een waterige wahwah overgoot. Mooi! Mooi!


2011: War...

>Lauran